Vlinders in de buik

We zaten op een terras in de waarschijnlijk laatste zon dit jaar, nippend aan de wijn, waardoor er bij mij een soort van prettige wazigheid ontstond, ook wel 'teut' genoemd. Plaats delict: het terras van Il Mercato, waar je zo heerlijk mensen kan begluren, achter het glas, in een soort toneelstuk. In lang vervlogen tijden, toen Nederland nog vijf miljoen inwoners had, kon het wel eens lang duren voor je een levensgezel of -gezellin had gevonden, maar tegenwoordig is het zó druk op bepaalde plaatsen, dat je bij wijze van spreken binnen vijf minuten een partner kan vinden. Maar dat lukt niet iedereen blijkbaar.

Op het plein kwamen een viertal jongeren aangelopen, drie meisjes en een ernstig brillende knaap. Ik schatte ze op een jaar of veertien, en daar handelden ze ook naar. Blijkbaar was die knaap erg gewild bij het vrouwelijke deel van het groepje, want ze deden hun uiterste best om bij hem in het gevlei te komen.

Vroeger had ik een vriend die wel heel ver ging om de aandacht van de dames te trekken, hij schopte ze gewoon tegen de enkels.

Eén van de drie meiden had het idee opgevat dat het opjagen van duiven hem wel aan zou staan. Ze liep zich geweldig uit te sloven en rende minimaal een half uur ahter de hevig geschrokken pleinduiven aan, die door dat gejakker het luchtruim kozen om op een andere plek weer te landen, waarna het spelletje opnieuw begon, gadegeslagen door het ietwat suffige kereltje. Hij begreep het niet zo goed vermoed ik.

Op een gegeven moment besloot de knaap om het hazenpad te kiezen, en liep het plein op, naar onze richting. Dat kwam goed uit, nu konden we het beter volgen. 

Inmiddels had ik mijn tweede glas port op en kreeg de aanvechtbare neiging om het stel aan te gaan staan moedigen, om enigzins schot in de zaak te te krijgen, maar gelukkig hield mevrouw Van der Waal me tegen.

Kreeg die jongen drie stuks vrouwelijk schoon op een presenteerblaadje, weigerde hij nóg om toe te happen! Ondertussen was één der dames - de meest ondenemende en onmiskenbaar sexy - begonnen  hem tegen een daar toevallig staande boom te duwen, geholpen door de twee andere dames, die als border collies om hem heen kwamen staan.

Toch wist hij op een onbewaakt ogenblik te ontsnappen aan de zes gretige handen, spijtig nagekeken door drie naar liefde hunkerende en duidelijk teleurgestelde pubers, die hier ongetwijfeld later nog eens aan terug zullen denken.

 

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

ellis
17 dagen geleden

Alsof ik erbij was, mooi Jaap : ) ☺


Lezen en heksen

Als vroeger pa en ma een uurtje weggingen, had ik de gewoonte om op plaatsen waar ik eigenlijk niet mocht komen, daar toch te gaan kijken. Iedereen weet dat zodra iets verboden is, kinderen dat toch willen, want spannend. Zo ontdekte ik op een hoog gelegen verstopplek, staande op de leuning van een stoel, een doos met als inhoud boeken, wat ik raar vond omdat ik mijn ouders nog nooit met een boek had gezien.

Toen ik de inhoud eens had aanschouwd, kon ik me dat goed voorstellen, het stikte van de blote mannen en vrouwen die blijkbaar te arm waren om kleding te kunnen kopen. Ik heb het maar gauw teruggelegd.

In datzelfde jaar kregen we van Sinterklaas een boekje, mijn broer eentje met als titel 'Moeba de toverheks' met op de kaft een wanstaltige heks inclusief pukkel - met haar - op de neus, ik durfde er bijna niet naar te kijken. Gelukkig was mijn boekje anders. Op de kaft stond een rups afgebeeld en de titel was 'Ru de rups', over een in een tuin flanerende rups en daar vanalles meemaakte. Van die heks heb ik later nog heftig gedroomd, hoewel ik het boekje niet gelezen had. Dat beeld van die heks wilde maar niet uit mijn hoofd verdwijnen.

Diezelfde  broer werd eens aangereden door een vrouw op een Solex, ik vond haar wat op Moeba lijken. Die Solex was naar mijn weten niet opgevoerd. Ze was er wel hevig van geschrokken, net als mijn broer trouwens, die overigens niks mankeerde op een paar schaafwondjes na. Na een paar dagen kwam dezelfde vrouw even langs om te vragen of alles goed ging en had een speelgoedautootje voor hem gekocht, of van haar eigen kinderen afgepakt, dat kan ook. 

Voor mij had ze een enorme appel meegenomen, maar appels en heksen vond ik geen goede combinatie en weigerde het ooft op te eten, tot ergernis van ma, die er teneinde raad zelf maar een enorme hap uit nam terwijl ze aan de was werkte, met een langzaamwasser, die door Van Os een paar dagen eerder geleverd was. En daar liet ze per ongeluk het overgebleven deel van de appel invallen. Maar er gebeurde niks raars. Met ma niet, en ook niet met de wasmachine trouwens.

Ondertussen ben ik niet meer zo huiverig voor boeken, na het bestuderen van de Kama Sutra, Lolita van Nabokov en het gehele oeuvre van Roald Dahl, omdat het maar geschreven woorden zijn en heksen bestaan niet. Toch?

 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Jacob van der Waal
2 maanden geleden

Helaas Conny...

Conny Burgers
2 maanden geleden

Hallo, bent U familie van Jaapje van der Waal?

Ik ben op zoek naar gegevens cq een foto van mijn oma Jaapje van der Waal.

* 18-4-1909 te Den Haag
+ 24-9-1959 in Loosduinen ?

Ze was getrouwd met Gerhard Theodor de Berk
*18-7-1907 te Stuttgart
+ 14-10-1990 in den Haag
Gescheiden 27-1-1947

Hertrouwd met Willem Frederik Mazer
*31-3-1894
+23-12-1966

Waarschijnlijk gestorven in Stichting Bloemendaal te Loosduinen.

Ik dank u alvast hartelijk voor de moeite

Leen van Wijk
3 maanden geleden

Weer een mooi verhaaltje hoor Jaap.


Krentenbrood

Op 20 mei 2024 kregen wij het heuglijke nieuws dat onze vrienden Ron en Ellis Wolters opa en oma waren geworden van een meisje, Luna genaamd. Vroeger noemden wij dat opa en opoe, maar opoe klinkt te oud vermoed ik, of het was alleen een gebruikelijke benaming voor uitsluitend in het zwart geklede oude dametjes, zoals mijn opoe altijd gekleed ging.

Op de foto ziet men opoe en opa die een groot aantal jaren getrouwd waren, ik meen vijfenvijftig jaar, en ze voor dit jubileum een enorm krentenbrood kregen. Nu weet ik niet precies wat een joekel van een krentenbrood met een langdurig huwelijk te maken heeft, maar ze keken er wel feestelijk bij.

Bij dit soort gelegenheden werd er ook gezamenlijk een avondmaaltijd genuttigd, tenminste door de familieleden die de piepers hadden geschild en tevens de andijvie hadden gesneden, tante Cor, tante Aartje en mijn moeder. De gehaktballen waren die ochtend alvast gebraden en waren al klaar voor consumptie.

Mijn aandeel in het gekokkerel beperkte zich door een paar keer te roepen dat de aardappels of de andijvie dreigden over te koken. De afwas werd door dezelfde personen gedaan, maar gelukkig hoefde ik dan niks te roepen, bovendien is afwassen nooit mijn hobby geweest.

's Avonds kwam ook de rest van de familie langs, en dat waren veel mensen hoor, het hele huis zat in korte tijd propvol met ooms, tantes, neven en nichten. Er waren mensen bij die ik nog nooit van mijn leven gezien had, wat niet zo gek is natuurlijk met zo'n grote familie. 

Daarna werd het pas gezellig, want ik wist wat er ging komen, de gesprekken van de mannen onderling met de mededelingen over wat men precies verdiende. Ook in die tijd werd er al  heel wat afgejokkebrokt, ze keken niet op een kwartje of gulden meer of minder.

Opa was een goochel-autodidact en wist bij bruiloften en partijen steevast de handen op elkaar te krijgen, door een stuk oude krant in een soort mini waswringer te draaien en dat er dan aan de andere kant een briefje van tien gulden uit kwam, dat was knap.

Maar één keer liep zijn gegoochel bijna fataal af. Tijdens de receptie na het huwelijk van Marinus Prins  en Wil Booij, had men een tafel geplaatst voor een gordijn dat diende als afscheiding van een lager gelegen kamer en de zaal waarin we zaten. Terwijl opa zijn vingervlugheid aan het vertonen was door iets te laten verdwijnen, nam hij plots een stap naar achteren en verdween achterover in de coulissen. Een groot applaus was zijn deel, want iedereen dacht dat het bij de show hoorde. 

Gelukkig kwam hij ongedeerd weer tevoorschijn.

Speciaal voor het jubileum had iemand Excelsior ingehuurd en speelde het orkest op de dijk voor Oosteind 44 een paar toepasselijke nummers, waarna het gehele korps aan het bier ging. 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Ellis
6 maanden geleden

Mooi verhaal weer Jaap! Groetjes

Bianca
6 maanden geleden

Leuk stukje weer pa!

Lijnie van der Brug Bos
6 maanden geleden

Leuk Jaap allemaal mooie herinneringen. !!


foto: oudpapendrecht.nl

Klerk

Het woord 'klerk' is al heel lang geleden in onbruik geraakt in ons Nederlands. Een klerk was iemand die op een kantoor zat om de financiën van een bedrijf in de gaten te houden en eventueel betalingen te verrichten op last van de baas. De vader van een vriend van mij was klerk bij een bedrijf dat handelde in oude metalen, de firma Zegelaar. Kees Zegelaar. Hij was de schoonvader van zijn werknemer, zodat het min of meer een familiebedrijf was.

Blijkbaar liepen de zaken goed want hij liet een fraaie bungalow bouwen en hield er - als één van de weinigen in het dorp - een auto op na, zoals het in die tijd gebruikelijk was met 'vleugels', niet zo uitbundig en overdreven als de Amerikanen het deden, maar toch.

Volgens mijn vriend, die overigens ook Kees heette, was het de beste auto die er bestond. Dat nam ik dan maar voor kennisgeving aan want het enige wat ik van auto's wist, was dat je er niet vlak voor moest oversteken om een onzachte aanraking met de verchroomde bumper te voorkomen. Op de snelheidsmeter stond als hoogste snelheid '300' en mijn vriend dacht echt dat hij zo hard kon rijden. Ik geloofde het maar half, want Stirling Moss, een destijds beroemde coureur, die kwam niet aan de driehonderd in zijn omgekeerde kano op wielen. 

Míjn opa reed in een Daf - de auto met het pientere pookje - maar hij reed nooit harder dan zeventig. Ook niet op de snelweg trouwens. 

In de loods, waar veel van Kees's ijzerhandel lag opgeslagen, mocht ik weleens rondsnuffelen samen met vriend Kees. Mijn belangstelling ging vooral uit naar een paar afgedankte schijnwerpers, waar enorme lenzen in betere tijden moesten zorgen voor een ver bereik van de lichtbundel, maar ik dacht voornamelijk aan een sterk brandglas om fikkie te stoken in de 'achtertuin'. Helaas wist mijn moeder daar een stokje voor te steken, door die lens op een plaats te verstoppen waarvan ze dacht dat ik er niet naar zou  zoeken: onder het aanrecht, in één van die beschimmelde stinkkastjes.

Tegenover de loods lag de Matenastoep, met daarnaast het met gras begroeide talud, met iets verder naar beneden het huis van mijn oom Jan en tante Annie. Inmiddels was het winter geworden en een dik pak sneeuw was voor de kinderen op het Oosteind een geweldig geschenk. Dat vond Kees ook, en haalde zijn slee tevoorschijn om eens een lekkere roets naaar beneden te maken. Helaas voor hem had iemand ergens op het talud een metalen pijp in de grond geslagen, maar door de dikke laag sneeuw voor het oog verborgen werd, en Kees, onkundig van de aanwezigheid van die pijp, met een noodgang naar beneden gleed en met zijn been tegen die pijp eindigde.

Het resultaat was een gebroken onderbeen en dreigde er een geneesperiode van acht weken.

Zo kwam het dat ik 's morgens naar school liep, in het kielzog van Kees op krukken, die tot zijn lies in het gips zat en dat wij samen zo ongeveer het langzaamste duo waren in ons land.

Mijn vriend is later zelf een bedrijf in oude metalen begonnen.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Janny
8 maanden geleden

Mooi verhaal van mijn zwager Siem Zwaan,dit verhaal is bij ons in de fam.niet bekend,haha

Leen van der linden
8 maanden geleden

Hey Jaap leuk verhaal, maar ik heb ook een ome kees gehad die in oud ijzer handelde tegenover de matena stoep. Ik heb daar vroeger ook wel eens gewerkt voor een kleine bijverdienste zoals kabels strippen voor het koper.


Pa 

De zwager van mijn vader, oom Cees, had qua werk niet echt veel zitvlees. Ik was een jaar of zeven toen hij op zondagmiddag langs kwam, om te vragen of pa en moe die net aan de thee met een chocolaatje zaten, toevallig niet verlegen zaten om balpennen. Niet zómaar balpennen, nee, DOT driekantbalpennen! Dat waren handige pennen wist oom Cees te vertellen, ze lagen namelijk goed in de hand, omdat ze driehoekig waren. Blijkbaar was hij plotseling pennenverkoper geworden, hét gat in de markt zal hij gedacht hebben, maar veel verkocht hij niet. 

Daarom heeft hij een poosje later een ijscokarretje aangeschaft, waarmee hij dan met een witte jas aan over de Sliedrechtse dijk hobbelde, ook als het buiten maar vier graden was. Misschien was hij niet de juiste man om iets te verkopen wat mensen beslist niet wilden hebben. Die mensen bestaan namelijk.

's Zomers, als het lekker warm was buiten, gingen we meestal zwemmen op een strandje rechts van de hoogspanningsmast aan de rivier. Dat strandje is er niet meer helaas. Ome Cees en tante Rense gingen ook soms mee en kleedden zich om in een tent die pa opgezet had. Ome Cees met zo'n ouderwetse katoenen zwembroek en een grote witte lap om zijn buik. Dat was een hilarische voorstelling, hij met dat spanlaken om zijn lijf en tante Rense in een badpak dat drie maten te klein was. Ik mocht echter niet lachen van ma.

Omdat iedereen het buitengewoon gezellig vond, besloot het organiserend comité om datzelfde jaar 's winters met zijn allen overdwars te gaan - dat wil zeggen lopend of schaatsend over de sloten en weilanden tot we bij de Achterdijk waren, naast de provinciale weg. En dat gebeurde dan ook. Pa, ma, oom Cees, mijn broer Joop en ik gingen welgemoed op pad.

Het probleem was dat het de vorige dag had gedooid, maar een mager nachtvorstje had over het laagje smeltwater een dun vliesje ijs geproduceerd, en dat loopt en schaatst lastig, dat kan ik iedereen garanderen.

Pa wilde ook wel weer eens schaatsen en bond mijn Friese doorlopers onder, en hoewel zijn roots in Friesland lagen, was het natuurlijk vragen om problemen. Na enkele clowneske bewegingen die een snelstart moesten voorstellen, lag hij binnen de kortste keren languit op zijn rug en had zich dermate bezeerd, dat we hem met vereende krachten weer naar huis moesten helpen. Daarna heeft hij minimaal drie weken op bed gelegen.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

De Jan Ligthartschool, met in het achterste gedeelte de Julianaschool. (foto: Regionaal Archief Dordrecht)

 

School

Mijn moeder vond dat ik als kleuter maar eens wat moest leren, en 'deed' me op een kleuterschool, vrijwel tegenover de openbare Jan Ligthartschool met daarachter de Julianaschool voor christelijk lager onderwijs. Die kleuterschool was óók op christelijke leest geschoeid en op zondagen tevens een zondagsschool, maar daar hoefde ik gelukkig niet naartoe, ons gezin was wat ze ongelovig noemden.

Op een dag was één van de kleuterjuffen jarig, maar ze zou volgens de andere juf later komen om de een of andere reden. Later begreep ik dat wij een verrassingslied moesten zingen voor de jarige Jet.

Nu wil het geval dat ik - ook toen al - nogal nieuwsgierig was, en ging stiekem in een andere ruimte kijken, waar het personeel zich in terug kon trekken indien nodig, en waar ik eigenlijk niet mocht komen. En ja hoor, daar zat de juffrouw die zogenaamd later kwam, bezig met een haakwerkje, totat ze een seintje zou krijgen en dan als een verloren dochter ten tonele zou verschijnen.

Ze luisterde in haar verstopplaats gewoon mee, om even later te worden geacht 'Wat een geweldige verrassing!' te roepen.

Maar zo ging het niet. Ik liep de klas weer in en riep dat de juffrouw in het hok ernaast daar lekker zat te haken en dat ze helemaal niet te laat was. Dit voorval luidde min of meer mijn afscheid van dat kleutercollege in. 

Met mijn zesde jaar moest ik naar de 'grote' school, de Jan Ligthartschool, waar in de eerste, tweede en derde klas juffrouw Van Wijngaarden de scepter zwaaide. Ze was eigenlijk al met pensioen, maar blijkbaar liep het niet storm met sollicitaties,

Veel mensen verhuisden van het Oosteind naar nieuwere gedeeltes van ons dorp, mede door het afbreken van woningen buitendijks, zodat ook het aantal kinderen op de school dramatisch daalde tot zestien. Alle klassen bijelkaar opgeteld. 

In klas zes verzorgde meneer (Simon) Zwaan de lessen. Hij was 's morgens knap chagrijnig, zeker als het regende want hij kwam op een motorscooter, en dan moest dat zware apparaat de school nog in via een plank, waarbij de kinderen mee moesten duwen. Eén keer liep het mis, toen liep het voorwiel van de plank en lag Zwaan innig omstrengeld met zijn scooter op het stoepje. Niemand durfde te lachen.

Hij kon bij vermeende onregelmatigheden bijzonder hard optreden, daarbij gebruikte hij ook míjn hoofd als doelwit, juffrouw Van Wijngaarden hield meer van oortrekken, en niet zelden kwam de volgende dag een boze moeder verhaal halen omdat een zoontje of dochtertje een uitgescheurd oorlelletje had opgelopen. 

Af en toe nam iemand een bal mee om op het schoolplein te kunnen voetballen. Veelvuldig vloog de bal over de betonnen schutting, richting Huiberdien, die daar een buurtwinkeltje dreef. Als we de bal weer heelhuids in bezit wilden krijgen moesten we snel zijn, want ze sneed hem met een broodmes kapot 'omdat de tuin zo een puinhoop werd', daarmee bedoelde ze een lapje aangeharkt moeras, waar zelfs geen brandnetel of distel op wilde groeien. 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Lijnie van der Brug Bos
8 maanden geleden

Leuk ook ik heb in de eerste klas nog jufrouw van Wijngaarden gehad .Daarnet Jufrouw van Vught van Werven dat was een jonge lieve Jufrouw


Foto: oudpapendrecht.nl

Middenstand

In de talrijke winkeltjes die in de jaren zestig langs de dijk gevestigd waren, werden vrijwel identieke zaken verkocht, behalve dan de kolenboeren, die verkochten meestal ook aardappelen. Ook aan melkboeren hadden we geen gebrek. Bij ons op het Oosteind kwam er een met een bakfiets, waarop een grote ketel stond waarin zich een flinke slok melk bevond totdat mijn broertje, bij afwezigheid van de melkboer, de kraan van die ketel opendraaide, met als resultaat een glibberige asfaltlaag en een schadepost voor het huishoudbudget van ons gezin.

Op de hoek van de  Dijk en de Edelweislaan (voorheen Vrijheer van Eslaan) schuin tegenover de beruchte pisbak, die tot ver in de omgeving een bepaalde kruidige lucht verspreidde, was de kruidenierswinkel van Kraaijeveld gevestigd. 'De sperwer spiedt naar wat u voordeel biedt!', stond er op de etalage. Ik kwam daar nogal vaak, want daar kon men de enige echte blikzult kopen, ook een soort boterhamworst, maar dan lekkere.

Als ik daar binnenkwam werd ik meestal geholpen door een jong meisje van een jaar of vijftien, gehuld in een spierwit en perfect gestreken schort, zo eentje die je wel op middeleeuwse schilderijen ziet, en Saartje van Swiebertje had  er ook zo een aan. 

Hoe het meisje heette weet ik niet, maar de vrijwel permanente blos op haar wangen, zodra ik binnenkwam, staat me nog altijd bij. Het was dan ook een deceptie om aan iemand die stond te blozen een paar ons blikzult te vragen.

Terwijl ze probeerde  het kartonnen schaaltje met blikzult in een zakje te schuiven, liet ze het per ongeluk uit haar handen vallen. Toen moest ze opnieuw beginnen. Inmiddels had ze de kleur van een overrijpe aardbei, maar de tweede keer lukte het wel, ik betaalde en rende weer naar de overkant, waar ik er achter kwam dat de blikzult nog in de winkel lag. Weer naar de winkel, waar ze al met mijn aankoop in de hand te stond te wachten. Toen kreeg ik ook een blos op mijn wangen.

In de winkel aan het Bosch, waarnaast nu nog steeds koffiebar De Schor gevestigd is, bediende melkboer Kok zijn klanten. Toen hij er mee ophield kwam er een Chinees 'afhaalrestaurant' in. Deze werd niet gerund door een Chinees, maar door een Nederlandse man, gestoken in een witte doktersjas. De winkel was vrijwel leeg, net als de toonbankvitrine en klanten waren er ook niet. Aan de muren hingen grote foto's van Chinese lekkernijen, en in de wand naast de toonbank zat een luikje. Aan de klantenkant van de toonbank zat een deur, waar waarschijnlijk de keuken gesitueerd was. 

De man schreef mijn bestelling op een papiertje, deed het luikje omhoog en schoof mijn bestelling de keuken in, maar ik hoorde niemand juichen. Daarna liep hij om de toonbank heen en liep door de deur naar de keuken. Plotseling schoof het luikje weer omhoog en kwam, vakkundig in de voorpagina van Het Vrije Volk ingepakt, mijn bestelling. Zonder sambal.

Het was al snel gedaan met die afhaalnederlander.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Ellis
9 maanden geleden

Mooi Jaap, goeie ouwe tijd..

Sander Stevens
9 maanden geleden

Beste Jaap,

Wat een leuk verhaal! We zijn met oud-papendrecht bezig met ons nieuwe boekje (uitgave ergens rond de zomer) en dat gaat over ondernemers in Papendrecht die al meer dan 50 jaar in Papendrecht gevestigd zijn. Een aantal persoonlijke verhalen vanuit de ondernemers, maar ook veel ervaringen van bewoners. Zou ik je verhaaltje mogen gebruiken? Uiteraard met bronvermelding.

PS: bedankt voor de bronvermelding van onze foto! Wordt gewaardeerd.

Mvg,
Sander Stevens
Oud-Papendrecht.nl

Lijnie van der Brug Bos
9 maanden geleden

Dat winkel meisje was volgens mij Mijnie de Bruin .Begin jaren 70 werkte zij bij Bakkerij Vlot waar ik toen ook werkte .mooi verhaaltje weer !

Ed de Groot
9 maanden geleden

Ach ja dat is de oude tijd Jaap en nu gaat alles met een computer.
De tijden veranderen!